Na aankomst hebben we eerst, gezeten in de mooie tuin, van een kop koffie met appeltaart genoten. Niet veel later zijn we op de fiets gestapt. We zijn richting Leiden gereden. Toen we de A4 ter hoogte van Zoeterwoude passeerden, konden we zien hoe het met de verbreding van dat stuk snelweg staat (foto 3). Onze gids Jan leidde ons langs de stille kant van de Nieuwe Vaart, waar we o.a. een voormalige vuilstortplaats bezochten. Die was later veranderd in een heus park. Het weerzien met dit stukje Leiden deden veel herinneringen opborrelen. We reden langs de vaart naar Leiden, waar we net voor de Wilhelminabrug en de majestueuze watertoren het Utrechtsjaagpad namen richting Leiderdorp. Als kleine jongen heb ik vaak zo langs de Rijn gestept en later gefietst, om voor mijn lieve mamma in Leiden boodschappen te doen. Bij de Bruggestraat, waar ooit de oude Leiderdorpse brug lag, staken we de Hoge Rijndijk over. Daar was geen officiële oversteekplaats, dus dat was even goed opletten en rennen voor je leven geblazen. Ook de Bruggestraat was zo'n herkenbaar punt (foto 1). Op de hoek de rijwielzaak van Van Groeningen, ook wel de dove genaamd. En aan beide kanten het kanon dat in de grond gestoken was om de gevel van de hoekwoningen enigszins te beschermen tegen de voertuigen, die daar in een zeer scherpe bocht de Hoofdstraat en/of de Bruggestraat opdraaiden.We zetten onze fietstocht voort, richting Zoeterwoude. Nog voor de fameuze Heineken fabriek sloegen ze rechtsaf, richting de Weipoort. Daar herinnerde Petra zich een boerderij waar zelfgemaakt ijs verkocht werd. Sonja vroeg de vrouw achter de balie of ze ook raketten verkochten. De vrouw moest er wat om lachen, immers ze maakten hier heel lekker ijs! En dan is een raket volgens haar maar een ordinair ding. Als ware liefhebber van de raket, hield ik mijn lippen maar stijf op elkaar. Het werd dus een paar bolletjes zelfgemaakt schepijs. Zittend op een bankje genoten de beide dames van hun ijsje en het uitzicht (foto 4). Jan zat achter de zwaluwen aan, die door de open schuren scheerden. Zelf genoot ik van de boerderij en het polderlandschap. Er stond een aantal koeien op stal. De geuren en geluiden brachten me terug naar mijn jeugd, toen ik op de boerderijen van De Graaf, Rijnsburg en Hogewoning kwam aan de Munnikenweg in Leiderdorp. Het polderlandschap was mijn uitzicht als ik uit het raam van ons huis aan de Resedastraat keek. Weiland, hazen, koeien, vogels en in de verte een molen. Het polderwater herinnerde mij aan het flappie draaien, vissen, salamanders vangen en slootje springen. Intussen begon het zachtjes te regenen. Later was het een flinke bui, die gelukkig niet al te lang duurde. We stapten droog weer op de fiets en namen een smal pad dat ons terug naar de Zuidbuurtseweg leidde.