Werk aan de winkel.
We
moesten ook per toerbeurt in de keuken helpen. Aardappels pitten, een zinken
teil vol. Er werd stroopjes vet gemaakt;
daar snoepte ik wel eens stiekem van. Als kind word je in zo’n omgeving wel
slim en oplettend. Ja, dat heb ik wel mee gekregen uit die tijd. Straf, daar
had ik een hekel aan. Eén keer in de week gingen wij met zijn allen douchen in
een grote ruimte met 8 sproeiers. Dat was vaak leuk. De oudere meisjes gingen
apart. Na het douchen moesten we steevast onze pyjama aan. 's Avonds in pyjama aan tafel en na het eten
naar bed.
In
1957 ging ik met broer Joep weg uit Voordorp. Broertje Luuk overleed in 1955. De
doodsoorzaak van jongste broertje is altijd een vraag gebleven voor mij.
Later
heb ik er over gepraat met mijn vader. Hij zei me, dat Luuk vermoedelijk aan
een hersenbeschadiging is overleden door een ongeval in zijn peutertijd.
De
slechte nazorg toentertijd is hem fataal geworden. Hij werd begraven op het
kerkhof aan de Hoogmadeseweg in Leiderdorp. Zijn graf, waarin ook andere kinderen lagen, is
geschud. Ik ben nog regelmatig daar geweest in de hoop zijn steen mee te nemen.
Maar dat is helaas niet gelukt.
Mijn
Vader hertrouwde en wij kregen toen een stiefmoeder. Maar ook zij bracht zowel mijn vader als ons, de kinderen, geen
geluk. Het huwelijk duurde maar 2 jaar. Broer Joep kwam in een jongens tehuis en
ik ging met mijn vader in de kost. Ik was toen 12 jaar.