vrijdag 9 december 2011

Een gitaar aan de wilgen

Tja, muziek of geld verdienen? (1971)
Vanaf zeer jonge leeftijd was ik al gefascineerd door muziek. De oude 78 toeren platen van Rudi Wairata en George de Fretes werden geregeld gedraaid. Maar ook muziek van Fats Domino, Bill Haley, Wilbur de Paris (jazz), Winifred Atwell (piano) en uiteraard country muziek (Hank Snow, Jim Reeves). Ik had het geluk een zus te hebben die wat ouder was dan ik. Zij ging natuurlijk voor de pop muziek uit die tijd, de jaren 50. De Everly Brothers, Elvis, Cliff R., Bobby V en Darin, The Platters, Rick Nelson enz. Dus ik was qua muziek behoorlijk verwend met een breed scala, waarin ook klassiek omdat mamma dat genre ook mooi vond. Toen ik 10 jaar was kreeg ik mijn eerste gitaarles. Een mijlpaal, want tot dan had ik er alleen van gedroomd. De EB's waren mijn groot voorbeeld. Maar de lessen van oom Henk sloegen bij mij niet aan. Ik herinner me, dat ik de akkoorden te complex vond en mijn vingers te kort. Dus mijn droom viel in duigen. Dat was geen ramp, want het Indo duo The Blue Diamonds nam het van mij over. Hahaha! Pas zo'n 4 jaar later begon het gitaarspel weer terug te komen. De popmuziek was aan het doorbreken. De Fab Four (Beatles) en Stones gaven de doorslag : ik moest toch maar gitaar leren spelen. Met hulp van vrienden, goed naar de tv beelden kijken en zelfstudie lukte het mij om met menig nummer mee te spelen. Met broer Joop kocht ik lp's waarmee je zelf nummers mee kon spelen. Een soort karaoke, maar dan voor instrumenten.  Mijn vader vond muziekmaken helemaal niets. Er moest brood op de plank komen en van muzieknoten viel volgens hem niet te leven. Zijn visie had in zijn vroege jeugd weliswaar een op zijn jonge hoofd kapot geslagen viool tot gevolg gehad, maar hij geloofde daar nog steeds in. Dus hield ik, gehoorzaam als ik was, het beperkt tot bijeenkomsten met vrienden, de huiskamer en verjaardagen en bleef ik jaloers de leden van menige popgroep volgen. Met broers en zwager Jan speelden we nummers na, waarbij Jan altijd zong.
Met het overlijden van mijn beide broers stierf ook mijn liefde voor muziek. Gelukkig kwam die jaren later, na mijn herstel, weer enigszins terug. Maar niet de gitaar. Daar rust op een of andere manier een taboe op. Soms zit ik wat te pingelen of speel een nummer van YouTube mee. Maar het is al gauw genoeg. Laatst zag ik een Koreaans jongetje, dat als een virtuoos gitaar speelde. Ik kreeg ontzettend de pest aan dat ventje. Hij wreef mij namelijk flink in, dat het met mij en mijn gitaren in de muziek nooit meer wat zal worden. Ik kon ze beter kapot slaan á la The Who na een concert. Maar dan zou ik toch eerst een concert moeten geven. Er is (zoals altijd) toch nog hoop. Kleinzoon Tim zit sinds kort op gitaarles. Misschien komt via hem toch weer een impuls. Je weet maar nooit. Dus helaas toen geen opvolger voor The Blue Diamonds en  nu geen kandidaat in X factor en/of TVoH. Gelukkig is er nog wel de muziek.