woensdag 30 november 2011
Sport en zelfbeheersing
Naar eer en geweten : ik heb me op het sportieve vlak slechts één keer laten gaan. Dat was tijdens een partijtje voetbal in het jaar 1969. Ik beschikte over een goede passeer-techniek mag ik wel zeggen. Maar die werd mij toch wel noodlottig. Het begon met eenvoudig pootje haken als ik een tegenspeler was gepasseerd. Maar ik leerde die overtreding te ontwijken. Gevolg was dat uiteindelijk de zogenaamde doodschop uit de sporttas werd gehaald. Gewoon een keiharde trap tegen de enkels. Dat overkwam me voor het laatst toen ik op de kazerne een wedstrijd speelde. Soldaat Van der Laan (toen spelend voor Cambuur) deelde mij zo'n doodschop uit. Hoewel ik na die schop slecht ter been was, ben ik toch in het veld gebleven. Totdat ik de dader een nog hardere doodschop gaf. Ik hoorde zijn enkel kraken en de pijn schoot zelfs door mijn voetbalschoen. Zoals een voetballer betaamde, stortte hij luid kermend tegen de groene kazernezoden. Ik liep naar hem toe en boog over hem heen. Toen hij zijn ogen opendeed en mij zag staan grijnzen, moest ie lachen als een boer met kiespijn. Samen verlieten we hinkend het veld. Voor mij was het mijn laatste voetbalwedstrijd. Ik beperkte mijn sportactiviteiten sindsdien tot het volleybal. Met die sport heb ik nooit iets naars meegemaakt. Afgezien van een belangrijke topper verliezen.