vrijdag 4 november 2011

Ambitie en enthousiasme

Meestal kon ik mijzelf wel enthousiast maken voor een klus. Dat enthousiasme zit gewoon in me. Het heeft me altijd een goed gevoel gegeven. Met de aanwezigheid van enthousiasme is het niet moeilijk om een jaar lang om kwart over vijf op te staan om aan het werk te gaan en 's avonds laat weer thuis te komen. Toen ik later betrokken raakte bij sollicitatieprocedures en nieuwe medewerkers moest selecteren, lette ik vooral op hun enthousiasme. Ik leerde ook dat mensen met ambities lastiger te managen zijn en een lagere betrokkenheidsgraad hebben. Ambitieuze mensen zijn sterk gericht op hun eigen loopbaan, vooral hun (eind)doel. En dat willen zo snel als mogelijk bereiken. In mijn beleving waren die medewerkers te veel bezig met de 'wereldse verschijnselen'. Zoals een in hun ogen indrukwekkende functie (vaak iets met 'manager' erin), interessant visitekaartje, een hoog inkomen, mooi vrijstaand huis in een bepaalde plaats, twee grote auto's, dure vakanties en vooral aanzien. De rest is van minder of geen belang. Enthousiasme heeft volgens mij veel te maken met het innerlijk geluk. Dat is iets heel anders dan het geluk wat ambitieuze mensen kennen. Dat is voor mij genot. En genot is tijdelijk en gericht op dingen. Dus ik ging voor enthousiaste sollicitanten en niet voor hen die hun loopbaan tot in detail hadden uitgestippeld. Vaak ontbraken bij de laatsten alleen nog het weeknummer en de dag waarop zij volgens hun plan weer promotie moesten maken. De rest hadden ze zelf al ingevuld. Met enthousiaste medewerkers heb ik veel projecten tot een goed eind gebracht. Samen, als groep. Dat stak ik nooit onder stoelen of banken. In een aantal gevallen reden voor directieleden om mij in te fluisteren dat ik mezelf op mijn borst moest slaan. Maar dat kon ik niet. Daarvoor ontbrak mij de ambitie en het enthousiasme.