dinsdag 15 november 2011

Bidden voor het eten

De christelijke opvoeding die ik heb genoten of ondergaan(?) hield onder meer in, dat in de Resedastraat te Leiderdorp op nummer 74a voor en na het eten werd gebeden. Het had niets te maken met de kookkunsten van mijn lieve mamma. Die kon koken als de beste! Voor het eten werd de Heer gevraagd om Zijn zegen te geven aan het eten. Na het eten was een dankwoord aan onze Lieve Heer het christelijke toetje. Ook al had het niet echt gesmaakt en wist de Heer dat ik liever iets anders op mijn bordje had gekregen. Maar zo heb ik wel spruitjes en zuurkool leren eten. Ook op school werd gebeden. 's Morgens om half negen, voordat de les begon, en aan het eind van de middag, voordat we naar huis mochten. Het ochtendgebed hield in, dat wij blij en dankbaar waren dat we weer op school mochten zijn. Dat was louter een emotie van de juf of meester, want mij en de rest is daarover nooit iets gevraagd. 's Middags werd gebeden om de Heer te danken voor die fijne dag op school en te vragen ons veilig en wel weer thuis te laten komen. Dat laatste sprak mij wel aan, want onderweg werd ik vaak achterna gezeten door jongens die mij niet alleen uitscholden, maar 'die zwarte' (ze waren niet alleen dom, maar ook kleurenblind) ook graag even een paar klappen wilden geven. Dat middaggebed werd niet altijd verhoord door Onze Lieve Heer, maar dat kwam omdat ik niet altijd even gehoorzaam was. Dacht ik toen. Behalve mijn lieve mamma leerde ook Nood mij bidden. Toen ik een keer in de sloot tegenover ons huis was gevallen (dankzij mijn broertje Rudie) en iedereen, inclusief groenteman Rijnsburger met zijn paard en wagen ('Hé, je mag daar niet zwemmen',riep die kale!), mij in de steek liet heb ik me maar tot de Heer gewend. "Heer, help mij!", borrelde paniekerig uit mijn keeltje. En wat gebeurde? Ik kon opeens zwemmen! Een wonder was geschied. Het ging wel op z'n hondjes, maar toch. Mijn grote zus Hanny moest mij toen de wal op trekken. Dat was ik in mijn gebed vergeten te vragen. De oever van de pas gegraven sloot langs de A4 was namelijk steil en glad. Meneer Rijnsburger had sinds dat voorval geregeld last van appel-verlies.
Ik heb ook weleens voor rare dingen gebeden. Zo wilde ik graag dat een juf zeer lang ziek zou worden en de school zou instorten met meneer Hoek erin. Dat laatste gebed is pas 57 jaar later verhoord. Zij het gedeeltelijk. De school aan de Kastanjelaan is niet meer. Meneer Hoek ook niet, maar die kon zo lang niet wachten. Die ging eerder. Typisch meneer Hoek, altijd haast je rep je. Daar kon Onze Lieve Heer echt niets aan doen. Die had niet zo'n fluitje als meneer Hoek. Als meneer Hoek daarop blies, stond de hele wereld á la minute doodstil en wachtte. Wie bewoog moest voor straf op het putje staan. Dan klonk weer zijn fluitje. We moesten haast je rep je in de rij gaan staan. En bij het derde signaal marcheerden we zwijgend naar binnen. Vanuit het klaslokaal kon je de gestrafte leerlingen op het putje zien staan. Doodstil. Alsof ze in gebed waren.