Zondagochtend zat ik op de fiets. Het was heerlijk weer; niet te warm en niet te fris. Dus nog steeds in korte broek en t-shirt. Toen ik een tankstation naderde verlieten twee auto's de tank locatie. Hoewel er haaientanden aan de rand van de doorgaande weg aangeven dat het verkeer op de rijbaan voorrang heeft, reed de eerste auto pardoes de weg op. Ik gaf de chauffeur het voordeel van de twijfel, want het kon nog, zij het net aan. Maar wat denk je? De auto erachter reed gewoon de weg op, waardoor ik in de remmen moest. Omdat het raampje van het portier open stond, riep ik : "Wel even opletten meneer!" Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Zijn botte reactie was : "Houd je bek, rot op!"
Verderop naderde ik twee kletsende tantes op het fietspad. Ze stonden elk aan een kant tegenover elkaar. Elk van hen had twee hondjes aan de riem. Die stonden met lange lijnen ook op het fietspad. Er was aan beide kanten geen voetpad naast het fietspad. Wel gras. Toen ik belde (een eenmalige ping!), keek een van hen mijn kant op. Daar bleef het bij, want het gesprek ging voort. Toen ik vlakbij was en nogmaals een belgeluid had laren horen, bleef een reactie uit. Ik moest zelfs stoppen! Ik zei : "Goede morgen dames, mag ik er langs?" Waarop de vrouw die mij gezien had zonder wat te zeggen aan de kant ging en haar hondjes naar zich toe trok. De ander bleef staan, zo ook haar honden. Ze had duidelijk maling aan mij. Toen ik mijn weg vervolgde dacht ik zuchtend : "O ja, Ik ben weer in Lelykstad."
Maar er kwam verandering. Toen ik verderop drie keer wandelaars passeerde, werd ik met een glimlach begroet. Het kan dus wel.
Er wacht ons een nieuwe week. Dus ook nieuwe kansen en uitdagingen. We gaan ervoor!