De gravende Polen zijn gistermiddag in ons deel van de Ringdijk begonnen. Een van hen belde aan, met de vraag waar de meterkast zich bevond. Het was wel een wat on-Hollandse manier van contact maken, want ik deed de deur open en kreeg direct kortaf te horen : 'Waar meterkast?!' Voor mij aanleiding om nadrukkelijk 'Goede middag, meneer!' te zeggen, wat de Pool enigszins in verlegen bracht. Maar goed, meneer zette op aanwijzing van mij met een geel krijtje een kruisje op een tegel naast de deur en dat was het dan.
Vanmorgen is het graven begonnen. In de regen. De meters trottoir rollen gestaag onder de graafmachine door. Bijkomend plezierig verschijnsel is, dat vandaag geen fietsers voor de voordeur voorbij razen. Terug in de tijd. Wat dat betreft mag die geul dus open blijven.
Als ik zo naar de inzet kijk, zie ik het verschil tussen het arbeidsethos van de Polen en dat van de Nederlanders. Maar vergeet niet, dat in veel Nederlandse bedrijven de democratie is doorgevoerd. Dus lekker koffiepauze, kleppen met collega's en niets doen als het (weer) niet meezit. Ik heb ook geen Pool om de haverklap met zijn mobieltje bezig gezien, uitgebreid een peuk zien roken of te laat zien komen. En de enige kater die ik gezien heb, was die van de mevrouw verderop in de straat. Zijn de Polen dan zo perfect? Nee, want sommigen stoppen hun lege flesjes of blikjes onder de struiken. Uit het zicht, dat wel. Maar toch.