woensdag 1 februari 2012

Genealogie Familie (von) Sebo -7-

Willem Alexander Sebo was ook een zoon uit het huwelijk van van Carel Alexander Sebo en Maria Nicolina de Haan.
Willem Alexander Sebo (W. A) is geboren op 14-1-1912 . W.A. was gehuwd met ene Jamina. Samen kregen zij drie zonen : Max, Arnold en Ferdinand (allen overleden). Volgens mijn informatie was Alex ‘the hunter’ van de familie. Hij had een oud hagelgeweer, dat hij met een touw moest vastbinden voordat hij kon schieten. Zijn neef Carl (broer van Hank) ging toen altijd met hem mee op de jacht en was daarom ook een verwoede jager geworden. Over Oom Alex bestond lange tijd onzekerheid. Hij was als militair krijgsgevangene naar Japan getransporteerd. In de jaren 70 ontdekte bij toeval een kennis van een lid van de Sebo-familie dezelfde familienaam op een grafsteen in Thailand. Ze nam een foto van de grafsteen. Het bleek om het graf van oom Alex te gaan. Hij was op 7 september 1944 omgekomen in de buurt van Birma, waar hij als krijgsgevangene aan het werk was aan de beruchte spoorlijn. Dat gebeurde tijdens een nachtelijk bombardement door Engelse RAF op Nong Pladuk*) . Alex ligt begraven in het huidige Thailand op een groot ereveld voor slachtoffers, die aan de Birma spoorlijn hebben gewerkt. De oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Kanchanaburi, waar oom Alex begraven is, is één van de drie begraafplaatsen waar krijgsgevangenen rusten die zijn omgekomen bij de aanleg van de Birma-Spoorlijn. De graven zijn bijeengebracht van vele plaatsen langs de spoorlijn.
De aanleg van de Birma-Spoorlijn duurde van oktober 1942 tot december 1943. In totaal zijn er bij de aanleg ongeveer 13.000 krijgsgevangenen en tussen de 80.000 en 100.000 burgers omgekomen.  Op de oorlogsbegraafplaats zijn 5084 graven van soldaten uit het Gemenebest. Daarnaast zijn er ook 1896 Nederlandse oorlogsgraven.

*) Een voormalig gevangene beschreef het voorval : “We were moved to Nong Pladuk. There were two large POW camps at the junction of the Singapore-Bangkok and Thai-Burma railways. Strategically, this was an inevitable target for the Allies, who by 1944 were increasing their air attacks on Japanese positions. No.1 Camp was situated right by the railway and the prisoners knew they were 'sitting ducks'. Being bombed by the RAF on the night of 6-7th September 1944 was a terrible experience. 76 fellow prisoners died that night and there were several hundred casualties.”