Nadat ik van de maatschappelijke ladder naar beneden was gedonderd, kwam ik erachter dat het eenvoudige werk niet alleen voor laag opgeleiden is. Er zijn veel mensen met een beperking, die dat werk doen, moeten doen en/of willen doen. Voor velen is het niet alleen nog de enige manier om hun uitkering wat aan te vullen. Het gaat natuurlijk ook om het sociaal contact, het gevoel maatschappelijk nuttig te zijn en niet te willen wegkwijnen achter de geraniums of een pc. Ik kwam ze tegen als post- en folderbezorgers, inpakkers, schoonmakers en oogstmedewerkers.
Het trieste is dat onder hen velen graag willen werken, maar daar niet voor in aanmerking komen. Er zijn altijd weer redenen om hen af te wijzen. Dat gebeurt vaak op een gekunstelde manier, om vooral de waarheid rond de afwijzing te verdoezelen. De waarheid is dat een (gedeeltelijk) afgekeurd iemand gediscrimineerd wordt op de arbeidsmarkt. Probeer dat maar eens hard te maken, als je voor je afwijzing alleen smoezen te horen krijgt. Met de komst van buitenlandse laaggeschoolden, is het vinden van eenvoudig werk voor deze groep nog lastiger om niet te zeggen haast onmogelijk geworden. Soms komt het mij wat vreemd over als ik voor een eenvoudig baantje (minimum loon) geweigerd word, terwijl iemand anders met een lagere opleiding en geen of minder ervaring en zelfs de taal spreekt noch schrijft, de job wel krijgt. Zo'n iemand mag dan misschien goedkoper zijn, maar wie iemand met een wao- of wia uitkering inzet, krijgt vaak korting op de sociale premies. Dus goedkoper kan het niet, zou je denken. En toch, toch komt het merendeel van de Nederlandse werkzoekenden onder hen niet aan een baan. Ik heb niets tegen de komst van buitenlanders die hier komen werken. Er is genoeg te doen, waar wij onze neus voor ophalen. Maar vaak is sprake van valse concurrentie en discriminatie. Nederlanders zouden voorrang moeten hebben op de Nederlandse arbeidsmarkt. Al met al een erg frustrerende situatie om in te verkeren, want je kan je nergens over dit soort situaties beklagen. Dus doe ik het, ook namens veel lotgenoten, hier.