maandag 4 november 2013

Wachtkamer van de dood

De oude baas is blij verrast als ik hem een bakje erwtensoep overhandig. "Weer uit eigen keuken?", informeert hij nieuwsgierig. Ja, uit eigen keuken. Vorige keer, toen ik hem vroeg wat hij van de erwtensoep vond, zei hij lachend : "Heerlijk, maar wel wat weinig." Hahaha! Maar dit keer is het zelfde bakje meer dan voldoende. Hij hoeft het niet te delen. Hij vertelt me namelijk dat zijn vrouw onlangs is overleden en inmiddels is gecremeerd. Het overvalt me, ondanks de wetenschap dat ze hard achteruit ging. De crematie vond op dezelfde dag plaats van die van Jacques. Hij had mij nog gebeld, maar de boodschap voor mij is niet helemaal duidelijk overgekomen.
Als ik in zijn opgeruimde woonkamer plaats neem, vertelt hij over het wel en wee in het verzorgingstehuis. Vooral het 'wee', want volgens hem was er geen sprake van 'wel'. Hij vertelt over de rammelende zorg en de afstandelijkheid van de verzorgende. "Ze hebben nergens tijd voor. Je bent een ding waarmee op gezette tijden iets moet gebeuren.", klaagt hij. Dan loopt hij naar de eettafel en pakt een tot A4 gevouwen pagina van een ochtend blad. Als hij het openslaat, zegt hij verontwaardigd : "Kijk, het heeft ook in de krant gestaan!" Het betreft een artikel over de ervaringen in een zorginstelling. Het mij bekende verhaal over halfbakken zorg, venijnige verzorgers en eenzaamheid. Vooral dat laatste verontrust mij. Niemand heeft tijd voor je, iedereen heeft een eigen druk leven. Ik moet maar proberen om heel lang gezond en zelfstandig te kunnen blijven. Anders beland ook ik straks in de wachtkamer van de dood.