vrijdag 11 mei 2012

De bibliotheek, tien jaar later

Was het tien jaar te vroeg of was ik wel degelijk op tijd met mijn adviezen over een meer commerciële bibliotheek? Volgens mij was ik eigenlijk gewoon op tijd gezien de huidige situatie in 2012. De bibliotheken bevinden zich in zwaar weer. Logisch, als je als organisatie afhankelijk bent geworden van subsidies en min of meer achterover hangend in een comfortabele stoel je hand ophield. In 2003 schreef ik een toekomstvisie  over de rol van de bibliotheek in de maatschappij. Uitgangspunten waren dat op de deuren van de bieb een bord moest komen met de tekst : zet vooral uw mobieltje aan en dat de bieb zelf geld moest gaan verdienen. Organisaties die subsidies ontvangen moeten wat mij betreft hun bestaansrecht aantonen door zelf geld te genereren en subsidies af te bouwen. Dat zou ook een positieve invloed hebben op de besteding van het (zuur verdiende) geld. Gekregen geld kwistig uitgeven is immers geen enkel probleem.
Helaas is er qua cultuur en werkwijze weinig tot niets veranderd. Er zijn wel nieuwe, grotere en duurdere panden in gebruik genomen. De kosten ervan hangen als een molensteen om de nek van de bieb. In veel bibliotheken is zelfbediening ingevoerd. Maar qua kosten baten is het niet altijd sprake van meer financiële ruimte. Ik weet nog dat in Zeeland in een bieb een boekenwinkel werd geopend. Er werd in de biebwereld nogal lacherig gereageerd op deze commerciële ingreep. Het typeert de cultuur. De apathische, afwachtende houding en verkrampt willen vasthouden aan het oude vertrouwde.
De jeugd heeft de toekomst. En het geld. Dat heeft menige bieb niet willen of kunnen inzien. De zelfbedieningsbalies waren slechts een klein stapje in de goede richting van kosten verlagen en meegaan met de tijd. Maar hoe men de bezoekers kan verleiden tot het doen van uitgaven (= inkomsten voor de bieb) is men totaal vergeten. De moderne technologie doet niets anders dan schreeuwen om informatie. En laat dat nou het hoofdproduct van de bieb zijn. Maar de bieb ziet dat nog steeds niet of misschien wel, maar weet daar geen commercieel slaatje uit te slaan. De bieb blijft een semi muzikale bedelaar met een nieuwe centenbak wiens repertoire inmiddels bekend en afgezaagd is. Er zijn gemeenten waar men hem zat is en hem weigert nog langer te belonen voor het niets doen, klagen, afwachten en de hand ophouden.