Vanmorgen belde neef Hank vanuit het verre Amerika. Hij stond op het punt naar bed te gaan, terwijl wij op deze nieuwe ochtend aan de koffie zaten. Ik had Hank wat vragen gesteld over de namen van personen op bepaalde foto's en wat aanvullende informatie. De reden is dat ik bij de genealogie van de familie Sebo graag wat foto's plaats. Van het een kwam het ander en dus spraken we ook over eten. En dus ook over vis. Hank mist de Hollandse haring net zo erg als de kroket. Hank bleek ook te houden van schar, de kleine broer van de schol. Die eten we ook geregeld. Sonja koopt ze vers op de markt en bakt ze zelf. De laatste keer heb ik ook twee verse panharingen gekocht en ze thuis laten
bakken (kan ik zelf ook wel, maar uitbesteden is ook fijn). Zelfgebakken vis smaakt veel meer dan vis, dan de gebakken vis van de markt. De laatste is doordrenkt van de visolie die een erg lange nasmaak geeft. Veel visliefhebbers vinden de platvis niet aantrekkelijk eten vanwege de graten. Maar met wat anatomische kennis van deze vissoort, is ze heel gemakkelijk te ontleden en te eten. De gebakken panharing eet ik bij voorkeur op witbrood. Of bij de rijsttafel. Hank zal na het gesprek watertandend en met een knorrende maag zijn bed ingekropen zijn.