Leiderdorp, 1952. Het touwtje hangt door de brievenbus als ik van kleuterschool kom aangerend. Als ik het halletje binnenkom ruik ik de geur van diesel al : pa is thuis! Ik stuif de trap op, terwijl ik “pappa, pappa” roep. Als ik de huiskamer binnenkom zit pa op de grond. Er liggen wat spullen tussen de gespreide benen voor hem. Muntjes met kleurige lintjes, die in een oranje doosje met watten thuishoren. Ik vlieg hem om de nek en probeer hem te knuffelen. “Nou joh, genoeg” moppert pa, terwijl hij mij wegduwt. Pa is vaak lang weg. Dan is hij aan het varen in een onderzeeboot. Eigenlijk twee, want eerst zat ie op de Zwaardvis en nu kwam ie net van de O24. Mamma ziet er ook blij uit en samen zitten we op de bank en kijken zwijgend naar die man op de grond, die de munten en lintjes één voor één in het blikje doet. Vanmiddag blijf ik thuis. Diesel snuiven.