Toen mijn broer Ruud vroeg of wij aan hem zouden denken als hij er niet meer zou zijn, schrok ik even. Aan de ene kant was dat een overbodige vraag en aan de andere kant een wat pijnlijke. Was ie misschien wat onzeker over zijn bestemming? Door al die toestanden vergat ik hem hetzelfde te vragen : Zal je ons niet vergeten Ruud? En eigenlijk had ik die vraag aan al die anderen willen stellen. Zullen ze net zoals wij aan hen denken, zij aan ons denken? Vergeten doen we ze niet, ook al lijkt het vaak erg onwerkelijk dat ze er niet meer zijn.