Over de A12 reden we op een zonnige en kleurrijke herfstdag naar Arnhem. Daar vond de uitvaart van mijn neef Jacques Goey plaats. Op de locatie aangekomen zagen we veel bekende gezichten maar ook onbekende. Hoewel ik uit principe liever niet een laatste blik werp op de overledene (ik wil me iemand herinneren zoals ie was), heb dat ik dit keer wel gedaan. Jacques lag er vredig bij.
Ik had me voorbereid op een toespraakje en voelde weliswaar wat spanning, maar niet al te veel. Dat veranderde plotsklaps toen een kleindochter van Jacques haar afscheidsbriefje voorlas. Iets knapte in mij.
Omdat ik na een korte pauze de volgende spreker was, had ik behoorlijk last van mijn emoties. Maar het lukte me toch om mijn verhaal met mooie herinneringen aan Jacques te doen.
De overige toespraken gaven een treffend beeld van Jacques zoals ik hem heb mogen kennen. Eén van de sprekers bevestigde mijn vermoeden omtrent Jacques geestestoestand toen hij in Het Dorp verbleef. Het Dorp was op zich een mooi initiatief. Maar toen ik daar voor het eerst kwam, schrok ik van de sfeer. Wat een somberheid! Wat een eenzaamheid! En weinig gezonde mensen om je heen. Geen omgeving die bijdraagt tot een snel herstel.
Tijdens de dienst keek de oudste kleindochter een paar keer stiekem naar mij. Later hoorde ik van haar moeder Jolanda, dat ze vond dat ik op haar opa leek. Een mooi compliment voor zowel Jacques als mij : dus toch een Oudshoorntje.
Toen ik de kleine meid complimenteerde met haar voordracht en zei dat ze het stukje mooi had voorgelezen, zei ze : "Dat vond ik zelf ook!" Prachtig, zo'n spontane, zelfverzekerde reactie.
Na een laatste groet, nam ik definitief afscheid van mijn neef Jacques. Maar de herinnering blijft. Ik troost me met de uitspraak die mijn nicht Yvonne deed : "Daar boven zal hij worden opgewacht door veel bekenden van hem."