Pa is in de maand november 1935 naar de Zeedienst gegaan, als beroeps lichtmatroos. Zijn eerste schip was de Hr.Ms “Vlissingen”, een zgn. wachtschip. Pa was thuis een onhandelbaar kind. Altijd maar ruzie met zijn omgeving. Een eenling. Uiteindelijk heeft opa hem maar aangemeld bij de marine. “Daar zou ie tenminste opgevoed worden”, had opa gezegd.
Zo gezegd, zo gedaan. Na een jaar diensttijd werd pa, inmiddels matroos derde klas, overgeplaatst aan boord van de “Hertog Hendrik” , een pantserschip, de voorloper van de kruiser. Ter herinnering liet pa een zakdoekje borduren , dat ingelijst naar huis gestuurd werd.
Tot aan zijn vertrek naar het voormalig Nederlands Indië werd hij nog aan boord geplaatst van het wachtschip “Willemsoord” en de Hr.Ms. “Jan van Amstel”. Vervolgens ging hij in de Kazerne te Amsterdam de opleiding seiner volgen. Pa was inmiddels matroos tweede klas.
In de maand mei van het jaar 1938 is pa met de Hr.Ms. “Java” naar Ned. Indië vertrokken, waar hij in juni van dat jaar aankwam.