Afgelopen week heb ik geregeld aan mijn lieve mamma gedacht. Ploeterend in de regen herinnerde ik me haar 'je gaat niet naar buiten met dit weer!'. Om maar te zwijgen over al die modder waar ik dagelijks doorheen bagger. Mijn kleding en laarzen zagen er niet uit. Zo durfde ik nooit thuis te komen.
Vanmiddag moest ik ook weer even aan haar denken. Ik had de Honda maar eens op de heftafel gezet om de olie te verversen. Die motor keek al twee weken lang met een grommend verlangen naar de verse olie en een schoon oliefilter, die ik op de werkbank had staan. Ik stond even voor een dilemma. Ik moest de olie aftappen en ergens in doen. Het ging om bijna 4 liter afgewerkte, pikzwarte olie. Ik had wel een lege verpakking, maar die paste niet onder het motorblok. Uiteindelijk zag ik een stapeltje rode pannen staan in een plastic zak. Ik heb de grootste eruit gehaald en daarin de olie opgevangen. Om de ketting van mijn bromfiets uit te koken had ik als tiener-sleutelaar ook eens een pan uit de keuken gebruikt. Nou, dat was dus de eerste en laatste keer want ik kreeg behoorlijk op mijn kop. Pets, pets, pets! Logisch, want mamma's Indisch gerechtje smaakte naar kettingvet van Castrol... Ik had die pan niet zo grondig schoongemaakt, al leek ie schoon!
De oude olie heb ik dit keer keurig in een lege 4 liter fles gedaan. Die gaat samen met het oude filter naar de Milieustraat. En de pan? Die heb ik als laatste in het afwaswater gegooid, (heel goed) schoongemaakt en weer in de garage opgeboregn. Niet tegen mijn mamma zeggen hoor!