Als ik over het Woonhavenpad rijd, zie ik dat de mais groeit als kool. Wat schiet dat spul snel uit de grond zeg! Ik heb eens een docent gehad, die beweerde dat je in Amerika (waar anders?) het mais 's nachts kon horen groeien. Natuurlijk geloofde niemand van de leerlingen hem. Misschien alleen Annelies, want die was verliefd op hem. Ik ben er nooit achter gekomen wat die man helemaal in Amerika 's nachts tussen dat mais moest. Zelfs Annelies beweerde dat niet te weten. Ze werd zowaar achterdochtig nadat haar die vraag door een paar van ons gesteld werd. Ik weet wel dat meneer de docent in die tijd (1967 - 68) in Den Dolder woonde. En wie in die tijd aan Den Dolder dacht, dacht automatisch aan de kolder. In dat dorp stond toen namelijk een psychiatrische inrichting.
Als ik mais zie, dan denk ik onwillekeurig terug aan een vakantietrip met mijn zwager J van B te A. We fietsten eens samen langs zo'n groot maisveld toen hij opeens stopte. Hij stapte af en plukte een aantal maiskolven. Maar toen hij uit het maisveld terugkwam deed hij vrij onverwacht de kolven onder de snelbinders van mijn fiets. Ik vroeg nog naar de reden, maar het antwoord lag opgesloten in de tergend langzaam voorbijrijdende politieauto! Wat een smiecht. In mij jeugd maakte ik voor het eerst kennis met mais tijdens het voeren van de kippen van opa en oma. Die hingen soms ook een kolf in de ren. Toen zag ik waar die grote gele korrels vandaan kwamen. Mais, met de M van Mmmmm.