Onlangs luisterde ik naar een radioprogramma waarin een discussie gevoerd werd tussen een voor- en een tegenstander van het besnijden van jongetjes. De voorstander, een meneer van een Joodse organisatie, noemde een ris redenen op waarom besnijden zou moeten. Toen hij de voornamelijk culturele aspecten benoemde dacht ik met hem mee. Ik vergeleek het besnijden met het stenigen van mensen of het ondergeschikt maken en mishandelen van vrouwen. Daar golden de opgesomde 'authentieke culturele redenen' immers ook voor. De tegenstander had duidelijker argumenten. Hij vond dat kinderen weliswaar volgens een bepaald geloof moesten worden opgevoed, maar op zekere leeftijd zelf de keuze zouden moeten kunnen maken. Nu is het zo, dat de keuze van besnijdenis die door zijn ouders gemaakt is, fysiek van blijvende aard is. De voorstander vergeleek het met abortus, maar die vergelijking ging volledig mank. Moord en mishandeling zijn twee verschillende zaken.
De kwestie is vergelijkbaar met het weigeren van entingen van gelovigen voor hun kinderen. Als zo'n kind door een ziekte, die door een vroegtijdige enting voorkomen had kunnen worden, gehandicapt is geworden is dat definitief. Als zo'n kind later een andere religieuze of niet-religieuze weg kiest, zit het wel opgezadeld met de gevolgen van de keuze van de ouders. In het andere geval had het kind op oudere leeftijd zelf kunnen bepalen of het alsnog wat armen en benen wil laten amputeren. Lijkt mij een betere weg en ik weet zeker dat niemand dan alsnog kiest voor een fysieke 'mishandeling'.