Gisteren, op de markt, gebeurde het weer. De klanten bij de viskraam staan geduldig op hun beurt te wachten. Net voordat Sonja aan de beurt was (ze had al zo'n tien minuten staan wachten) kwam een jonge vrouw aangelopen en begon met zuid Europees accent gelijk te roepen dat ze aan de beurt was. Zowel de wachtende klanten als de bediening trapten daar niet in, met gevolg dat de brutale aap bleef mopperen. Ze bofte, want de klanten die haar voor waren, hadden geen vis nodig die schoongemaakt moest worden. Toen ze echt aan de beurt was, wilde ze een kilo inktvis hebben. De jongeman achter de kraam deed een greep in de bak met tentakels en hield een beestje omhoog. "Die moet ik niet!", werd hij afgeblaft. Het ontbrak nog alleen maar een een klap voor het hoofd. Hij trok zijn wenkbrauwen op, fronste zijn voorhoofd en draaide zijn ogen naar de overige klanten. Hij deed nog een poging en gelukkig kon die wel genade vinden in de priemende ogen van de vrouw.
De situatie deed me denken aan de laatste keer dat ik bij de Lidle in het Lelycentre was. In die super daar hangt een bedrukte sfeer. Ik kom daar niet graag. Maar nood breekt soms wet. Het personeel is duidelijk wat depressief. Maar wat wil je. Men blijft daar opruimen, want er wordt van alles en nog wat tevoorschijn getrokken en op andere plaatsen achtergelaten. In no time is het een chaos in de winkel. Bij de kassa is het ook vaak mot. Mensen die niet hun beurt willen afwachten of het heel gewoon vinden dat ze vooraan gaan staan, omdat ze maar een paar producten hebben. En al staat er 1,10 op het product, een euro is toch zeker ook goed? En dan al die producten die daar achtergelaten worden. Zo van 'toch maar niet'. En dan zwijg ik over de taal, want daar begrijp ik, net als van hun gedrag, ook helemaal niets van.