Als voormalig ICT 'er weet ik dat aan dat vakgebied ook veel nadelen en gevaren kleven. Dat besef kwam al in de jaren 70 tot uiting. Vanwege ontbrekende controles kon een kwaadwillende heel eenvoudig sjoemelen met de software van een bedrijf of instantie die hij/zij ontwikkelde of aanpaste.
Zo had een programmeur bedacht, dat als hij ontslagen zou worden veel bestanden van schijf geveegd zouden worden. De jongeman werd al langere rijd bekritiseerd vanwege zijn werk. Een ander iemand ging afgezien van het verwijderen van bestanden ook nog met de back-up taps en schijven aan de haal.
We zijn nu zo'n 50 jaar verder en is AI (kunstmatige intelligentie) in opmars.
Omdat veel jongeren gewend zijn aan hun smartphone ontbreekt het hen aan communicatieve vaardigheden. In situaties waarin ze een geschreven sollicitatiebrief moeten opsturen, wordt ook al gebruik gemaakt van AI. Maar aan de inhoud van zo'n brief is duidelijk de bron af te lezen. Het taalgebruik is dermate afwijkend en vooral niet hedendaags.
Het zal ook steeds lastiger worden om feiten van nep te kunnen onderscheiden. Men kan AI gebruiken om mensen te misleiden, zoals al eerder getracht is. Is een toespraak wel echt? Men ziet een bekend persoon die zich over iets uitlaat. Is het echt of AI? Hopelijk komen er nu ook onafhankelijke AI checkers. Al zal dan ook weer de vraag rijzen of die checkers wel echt zijn of niet.
Midden jaren 60 moest ik een opstel schrijven met als titel : "Wordt de computer de mens de baas?" Ik vond toen van niet. Omdat ik toen de computer zag als een verbinding tussen twee groepen mensen. De ene groep stopt er wat in, de ander haalt het eruit en doet er iets mee. Het is maar net wat de een erin stopt en wat de ander ermee doet : klakkeloos de input aannemen of zijn verstand gebruiken.