Na onze verhuizing naar Zoetermeer, in 1976, besloten we de Fiat 128 te verkopen. Onze interesse voor de vervanger ging uit naar een beige Citroën GS 1220 Club, die we bij een dealer in de buurt zagen staan. Voor de definitieve koop lieten we de auto door de ANWB keuren. Dat resulteerde in een keuringsrapport met een zestal punten. Geen schokkende zaken, maar wel van belang. Terug bij de dealer werd het koopcontract definitief gemaakt met als voorwaarde de afhandeling van alle vermelde gebreken op het keuringsrapport. Een week later konden we de Citroën halen. Toen ik in aanwezigheid van de receptionist de motorkap opende, zag ik dat hij dat niet leuk vond. Logisch, want de oude dynamo zat er nog in en die zou vervangen worden. Een blik onder de auto leerde mij dat de in die tijd gebruikelijke tectyl-beurt niet was uitgevoerd. De overige punten waren wel afgehandeld. De receptionist gooide de gevallen op de hoop : 'vergeten-door-leerlingmonteur'. Een paar dagen later kon ik de auto opnieuw ophalen. De dynamo was vervangen en kijkend naar de wielkasten voor was de auto ook in de tectyl gezet. Toen ik een maand later een wiel wisselde (handig met het hydraulisch systeem) zag ik tot mijn verbazing dat de onderkant van de auto helemaal niet getectyleerd was! Ik terug naar de garage en dit keer heb ik in aanwezigheid van een zestal klanten flink stampij gemaakt over de 'oplichting'. Natuurlijk kreeg de leerlingmonteur weer de schuld, want die had verzuimd te melden dat de tectyl op was. Het alsnog laten tectyleren was tevens mijn laatste bezoek aan deze officiële Citroëndealer.
De Club zelf reed heel comfortabel. Er zat zelfs een ouderwetse slinger bij, waarmee je de motor kon starten als de accu leeg was. Prachtig! En dan de instelbare vering, wat een uitvinding. Ook het dashboard zag er apart uit met de draaiende snelheidsmeter. De bekleding was van lichtbruine skai. De achterklep had een zeer lage drempel. Handig voor onze hond, Asco. De hoedenplank was verwijderd en de resterende rand bekleed met dezelfde skai als de stoelen en bank. Alleen had de motor te weinig vermogen. Die had best een anderhalve liter mogen zijn. Veel heb ik niet gedaan aan deze auto. Ik heb wel een enorme zwarte jaloezie gemonteerd op de achterruit. Dat was toen 'in'. En ik heb de gelakte velgen een bruine kleur gegeven. Ze begonnen al vanzelf wat bruin te worden. De roest worstelde zich succesvol door de laklaag heen. Ik heb ze eerst geschuurd en van een laag menie voorzien. Daarna bruin gespoten. Dat gold ook voor de onderkant van de portieren. De afwatering was in orde, maar de roest kwam spontaan onder de lak vandaan. Het donkerbruin kleurde goed met het standaard beige.