In Duitsland zijn twee Nederlandse motorijders verongelukt. Ze verloren de macht over het stuur. De een reed tegen een vangrail, de andere tegen een paar bomen. De beide motorrijders waren afkomstig van Urk.
Toen ik het triest bericht las, herinnerde ik me dat ik in het verleden meer van dat soort berichten gelezen heb. Ik ken de omstandigheden niet waarin beide Urkers omgekomen zijn.
Wat ik in het verleden las en hoorde, gingen veel motorrijders in het weekend speciaal naar Duitsland om daar even het gashendel flink open te draaien.
Arie Molenaar (IJsselstein-U), vertelde mij er een keer over. Buiten zijn zaak stond een zwaar gehavende motorfiets. "Net een week geleden hier gekocht", zei Arie op droevige toon, kijkend naar het wrak met veel schade, afgebroken hendel, knipperlichten en spiegel. "Dit soort gevallen krijg ik geregeld binnen na een weekend in Duitsland. Kijk, ik verdien er goed mee, hoor. Maar ik vind het een doodzonde van die lui. En heel gevaarlijk", vervolgde hij, "er zijn ook motorrijders die graag hun bochtentechniek in Duitsland willen verbeteren. Ook dat gaat niet altijd goed."
Zelf vind ik in Duitsland met een auto rijden al erg veel eisen van mijn concentratie. Anderen rijden met zeer hoge snelheid. Als ik in mijn spiegels kijk, kan het zijn dat ik op dat moment geen verkeer op de linker rijbaan zie. Maar een seconde later wel. En weer een paar seconden later word ik met een enorme snelheid ingehaald. Om die reden ben ik nooit op de motorfiets naar Duitsland geweest.
Mijn condoleances aan de nabestaanden en ik wens hen veel sterkte toe.