Ik heb onderweg twee keer een zak met afval geleegd. Een tussentijds en een aan het eind van mijn wandeling.
De bedoeling was om daarna in het schuurtje wat te doen. Maar ik vond het ook daar veel te koud. Er was een tijd waarin ik rond deze tijd in een tentje sliep terwijl het vroor. Er was ook een tijd waarin ik met nog lagere temperaturen op een motor naar werk reed. En nu is de tijd om bij deze relatief hogere temperatuur het koud te hebben. Ik word dus (k)oud.