Toen ik eind jaren 70 als assistent-projectleider bij de PUEM aan het werk was, maakte ik kennis met lectuur over energiebesparing. Het ging toen niet alleen over besparen, maar ook over isoleren. Mijn nieuwe detacheringsplek kwam erg gelegen, want wij hadden net onze eerste eigenwoning gekocht. Die tussenwoning was een product van de revolutiebouw uit de jaren 60. Er was niets geïsoleerd in het huis. Dus ijsbloemen op de ramen in de winter. Het energieverbruik was schrikbarend hoog. Ook omdat er maar 1 gaskachel aanwezig was.
We zijn begonnen met het laten plaatsen van een cv-installatie. Dankzij de tijdschriften waarin o.a. testen van cv-ketels, kochten wij een voor die tijd energiezuinige ketel.
Er waren ook acties gaande die het isoleren van woningen aanmoedigde met subsidies. Het enkelglas werd vervangen door dubbelglas en de zolder heb ik zelf met glaswoldekens geïsoleerd. Met name daar, waar het dak op de buitenmuur rustte. Het waaide achter de schotten!
De bouw van een openhaard deed het energieverbruik ook flink dalen. Als we de haard hadden branden, hielden we de binnendeuren geopend. Anders werd het veel te warm in de woonkamer.
Ik hield wekelijks statistieken bij van het verbruik van gas, elektriciteit en water. Na de aankoop eind jaren 70 verbruikten wij bijna 3.000 m3 gas per jaar! De laatste meting (begin jaren 90) gaf een gasverbruik van 1.100 m3 aan.
Helaas kunnen we in deze woning geen rookgaskanaal aanbrengen. Anders hadden we zeker weer een allesbrander gekocht. Zo'n kachel bespaart ook veel energie. Ik kan die gedachte moeilijk loslaten.