Vandaag moest ik plots denken aan onze Friese stabij Fenna. Ze is al ruim een jaar niet meer onder ons. Ze kreeg die nare ziekte K. Nu het weer zo nat is, mis ik haar pootafdrukken op het laminaat. Nee, ik heb me er nooit aan geërgerd. Het hoorde bij Fenna. En bij mij. Want ik hanteerde niet alleen de stofzuiger vanwege haar haren, maar ook de dweil vanwege haar poten. Dat werk deden we samen. De steel van de stofzuiger gebruikte ik al zuigend als hockeystick. Met haar tennisbal als bal. Als ik de stofzuiger tevoorschijn haalde, zat ze al klaar onder de kapstok. Want in een bakje boven op de hoedenplank lag haar bal voor in huis.
Als we na een wandeling in de regen weer thuiskwamen, droogde ik haar onder de overkapping af. Dat vond ze al een feest op zich. Maar eenmaal binnen was het helemaal een feest. Dan ging ik met de föhn haar vacht drogen. Daar genoot ze erg veel van.
Hoewel ik bij nat weer altijd ook haar poten afdroogde, werden altijd de afdrukken op de vloer zichtbaar. Als ik na het stofzuigen ging dweilen, moest ze op haar plaats blijven totdat ik klaar was. Ik rekt de tijd wat op om de vloer te laten drogen. Daarna mocht ze weer uit haar mand. Maar dat gebeurde meestal niet. Ze was dan, kijkend naar de dweilende baas, in slaap gevallen. Dweilen als slaapverwekkende vertoning.
Ik dweil sinds een jaar al veel minder vaak. De stofzuiger kent ook veel minder draaiuren dan toen. Maar nu de feestdagen naderen voel ik het gemis minder. Fenna was als de dood voor vuurwerk. Dat blijft haar bespaard.