Toen ik gisteren voor een winkel buiten stond te wachten, zag ik een man geïnteresseerd naar mijn fiets kijken. Even later bekeek hij een mooie zandkleurige Vespa scooter. Zelf had hij een elektrische vouwfiets aan de hand. Toen hij de Vespa bewonderde, vroeg ik hem : "Wilt u er ook zo een?" Hij keek om en lachte. Hij vond het een mooie scooter. Hij vertelde dat hij vroeger, in de jaren 70, ook op een Vespa reed. Maar dan een met een kentekenplaat voor een motorfiets. Ik vertelde hem dat een oom van mij ook scooter gereden heeft. Ook een Vespa. Een groene met het reservewiel aan de voorkant, tegen de knieën. Hij lachte luid vanwege de herkenning. Toen vertelde hij dat hij vaak naar Bali gaat, waar hij dan ook telkens een scooter huurt. Meneer bleek een Indo te zijn. Iets wat ik wel vermoede, maar met de nodige twijfels. Pratend over Indonesië en de tropische temperaturen, vertelde ik hem over mijn verblijf op Curaçao. Hij keek verrast op en zei : "Daar ben ik ook geweest, in de jaren 70. Ik was namelijk marinier." Daarna passeerde Suffisant, Pereira en de St. Michielsbaai. Hij bleek ook een verbindingsman te zijn geweest. Net als mijn vader. Maar van St Joris wist hij niets.
Al pratend keerden we terug op zijn elektrische vouwfiets. Ik wees naar mijn fiets en vertelde hem, dat ik hem zelf gebouwd heb. Meneer reageerde verbaasd : "O, is ie van jou?!" Toen vertelde hij heel enthousiast, dat zo'n zelfbouw heel lang een wens van hem is geweest. Maar hij is nog steeds tevreden met zijn vouwfiets.
Tijdens het bespreken van de bouw en de prestaties, kwam Sonja weer naar buiten. We rondden ons gesprek af. Meneer vond het erg interessant en leuk om zo spontaan met elkaar te spreken. Dat was wederzijds. Het was alsof we elk een oude bekende hadden ontmoet. Nee, we hebben geen nummers uitgewisseld. Daar zijn we te gewoon (of ouderwets?) voor.