Het staat me nog steeds helder voor mijn geest. Ik bedoel de manier waarop een broer van mij afscheid nam van familie en vrienden alvorens euthanasie te ondergaan. Hij was erg opgewekt, hij leek zelfs gelukkig. Hoewel ik het hem zo'n afscheid voorspeld had, was ik heel erg verbaast. Tot dan kende ik hem gedurende zijn ziekte als depressief, angstig en verdrietig. Van deze voorspelling en een andere uitspraak die ik gedaan heb, heb ik altijd gedacht dat iemandanders dat zei en niet ik. Ze kwamen wel uit mijn mond. Zonder nadenken flapten ze eruit. Ze klonken toen erg overtuigd en ze stelden hem gerust.