Na elke opleiding kreeg ik een certificaat van deelname. Dat kreeg elke cursist, ook degene die had liggen slapen tijdens de cursus. Ook omdat vaak een eindtest ontbrak, hechtte ik niet zoveel waarde aan het certificaat. Eind jaren 80 had ik meer dan 40 van die papiertjes.
Ik herinner me nog dat ik in de jaren 70 al belangstelling had voor officiële opleidingen voor functies in de IT. In die tijd was mijn werkgever een dwarsligger. Hij vond de (avond) opleiding te duur. Vergeleken met de kosten van een cursus overdag was de avondopleiding nota bene veel goedkoper. Om die reden ben ik met AMBI begonnen. Op basis van zelfstudie. Dat vond het NOVI niet zo leuk, want ze gaven cursussen voor de modulen. Ik vond de organisatie van het NOVI niet leuk. Wat een chaos! Ik heb een paar keer meegemaakt, dat het NOVI beweerde dat ik het examengeld niet betaald had! Vanwege dat soort gedoe en het feit dat de cursussen niet gericht tot een functie leidde, ben ik ergens op S niveau gestopt.
Ik heb daarna o.a. bij het NGI geïnformeerd naar IT functies en opleidingseisen. Samen met functie-eisen zoals die in vacatures genoemd werden heb ik een paar opleidingsprofielen samengesteld. Op grond daarvan heb ik toen toch weer gekozen voor een HBO opleiding. Mijn certificaten wilde ik omzetten in landelijk erkende diploma's.
Toen ik een toelatingstest had gedaan, werd mij gevraagd wat ik eigenlijk op de Haagse Hogeschool kwam doen. Mijn resultaten gaven aan dat mijn kennis zich op gemiddeld academisch niveau bevond. Na mijn uitleg begreep men mijn inschrijving. Ik wilde vooral voor de functies functioneel ontwerp en informatiebeleid en strategie en management een landelijk erkende opleiding hebben. Dat is me toen via een avondopleiding ( twee avonden / week) gelukt. Voor elke module heb ik het tentamen in één keer gehaald.
Later werd mij een staffunctie aangeboden bij een opdrachtgever. Daar had ik bij de multinational een project conform planning en budget gerealiseerd. Maar dat aanbod heb ik afgewezen. Ik had nog steeds de wil om rond te zwerven en dus in de detachering actief te blijven.