Begin jaren 90 ontmoette ik hem voor het eerst in levende lijve, Mart Smeets. Smeets verscheen op ons personeelsfeest in Rhoon. Wat ie daar vertelde weet ik niet meer zo goed. Het ging geloof ik over wielrennen. Ik was eerlijk gezegd niet zo onder de indruk van die man. Erger, ik mocht hem gelijk al niet. Er kwam een schoolmeester ons feestje verstieren, zo voelde ik dat. Zijn entree was helemaal verkeerd. MS nam niet de moeite om bijvoorbeeld even zo links en rechts met een glimlach en een knikje met het hoofd de mensen te begroeten. Zijn houding had meer de verwachting dat het gepeupel het hoofd zou buigen voor de basketballer van weleer. Hij keek niet op of om en ging voor de groep staan. Daar stak hij zijn verhaaltje af. Nogmaals : ik herinner me nauwelijks het onderwerp of de inhoud. We hadden net een dagje besteed aan de plannen voor het komend jaar. Veelbelovende verhalen en hoge verwachtingen. En toen kwam Smeets.
Sindsdien heb ik niets met Smeets. Soms word ik ongewild met hem geconfronteerd en dan schrik ik weer van die zelfingenomenheid, betweterigheid en vooral arrogantie jegens zijn gasten of zelfs zijn gastheren en/of gastvrouwen, zoals bij Eva Jinek die hij schoffeerde. Volgens Smeets kon ze helemaal niet presenteren en alleen maar van een tekstrol wat lezen. En zoals gewoonlijk viel er niet over te praten, want Smeets heeft altijd gelijk. Eva was te netjes om hem het glas water in zijn snuit te gooien.
De programma's van Smeets draaien alleen om hem en nooit om zijn gasten. Smeets heeft altijd het laatste woord en wil er tot aan zijn dood mee doorgaan. Ik herinner me nog een uitspraak van de zoveelste boze sporter : Smeets kan maar één ding en dat is afvallen. Maar dat was al weer 20 jaar geleden. Smeets heeft slechts één keer zijn ware gezicht laten zien. Dat was toen hem de naam van Ria Visser werd voorgehouden door een journalist. Een koekje van eigen deeg, waar Smeets woest om werd. Mart Smeets : Wel uitdelen,maar niet incasseren.