In de naoorlogse periode was er erg weinig geld. Om die reden maakten wij het meeste van onze speelgoed zelf. We zochten hout en spijkers bij de diverse bouwplaatsen. We hadden geen gereedschap. Maar een halve klinker was ook een goede hamer. Vaak moesten we eerst de gevonden spijkers recht slaan. Hout zagen deden we stiekem met het broodmes dat gekartelde randen had. Met een tafelmes werden plankjes gespleten. We waren erg creatief. Niet alleen in het maken van speelgoed, maar ook in het vinden van gereedschap in en om het huis. Een stuk pijp, gestoken in een putdeksel, kon je net zo lang heen en weer bewegen totdat de buis brak. Daarna met een baksteen het plat gebogen deel weer 'rond' slaan. š
Dus een ijzerzaag was niet nodig.
Ik denk dat mijn jeugdervaringen op dat gebied mij een stuk creatiever gemaakt hebben. En ik ben me heel goed bewust van de waarde van dingen. Dus ook die van spijkers, schroeven, gereedschap enz.
Vanwege die ervaringen, bewaar ik veel materiaal. Na een klus komt er afval terug. Daartussen bevinden zich ook veel schroeven, bouten en moeren, draden, ringen enz. Er is voor betaald door de klanten, maar die willen dat 'afval' liever niet hebben. Ik wel. Dat 'afval' gebruik ik voor de klussen die ik voor anderen doe. Dat kost hen verder niets, want het heeft mij ook niets gekost. Ze hoeven alleen de speciaal voor de klus gekochte materialen te betalen. Ik reken niet eens een vergoeding voor het heen en weer rijden naar een bouwmarkt of zo.
Van de verwijdere zithoek heb ik nog het een en andere aan steigerhout over. Ik wil daar wat leuke dingen van maken, die ik ga weggeven. Er zijn zoveel mogelijkheden, zoals wandplankjes, kapstokjes, rekjes, voetenstoofjes, krukjes, tafeltjes enz. Een kwestie van even het internet afstruinen voor ideeƫn. Dus over milieu, duurzaam, hergebruik enz. hoef je bij mij niet aan te komen. Ik weet niet beter. Jongere generaties zijn dat kwijtgeraakt.