Afgezien van de bekende groene Leiderdorpse brug, de fraaie Doesbrug, de Spanjaardsbrug en de Munnikenbrug waren in mijn jeugd (de jaren 50) nog veel meer bruggen. Bruggetjes, bedoel ik dan.
Er was een tijd dat de Acacialaan aan de Berkenkade eindigde. Wie rechtdoor reed knalde op een rood-wit hekwerk, waarachter zich een sloot bevond die in de Rijn uitmondde. Als ik als jochie aan het eind van de Acacialaan rechtsaf ging, dan liep ik over de Berkenkade richting het 'Zwarte Pad' (rechtuit) en de Schapenrustweg (rechtsaf). Waar die laatste naam vandaan komt, weet ik nog steeds niet. Oké, het is een plaats ergens in Afrika. Maar waarom in Leiderdorp die naam? De Kom van Aaiweg is voor mij ook zo'n vreemde naam voor een weg in een dorp. In die omgeving woonde een aantal klasgenootjes van mij wier familienaam allemaal met een K begonnen : Helma, Marjo en Kees. Ook in de woningen aan de Berkenkade woonde een paar, Hennie en Leen.
Langs de Berkenkade lag een sloot. Ik heb daar een paar keer geschaatst op mijn Friese doorlopertjes met gestreepte oranje bandjes. Als mijn teentjes bijna bevroren waren, ging ik lopend weer naar huis.
|
Bij het witte huis rechts lag ook een bruggetje |
Dat was nog eens langlaufen, een ware martelgang! Er lagen diverse bruggetjes over die sloot, bedoeld om op en van het weiland te komen. Ze hadden geen leuningen en bestonden louter uit dwars gelegde balken. In het weiland, van boerderij Voordorp, tegenover dat blokje huizen voetbalden wij na schooltijd en in vakanties.
Terug naar het rood-witte hek. Vanaf de Acacialaan linksaf, richting de Rijn, wandelend langs een sloot, kwam ik ooit bij een bruggetje terecht. De Kalkbrug geheten. Ik zag hem als ik samen met mijn moeder of alleen naar het oude postkantoor tegenover het gemeente huis ging. Ik heb hem heel kort bewust meegemaakt. De brug, met in mijn herinnering een wat gammel ogende houten brugleuning, verbond de Hoofdstraat met de V.d. Valk Boumanweg. Dat bruggetje is midden jaren 50 gesloopt, nadat de sloot gedempt was. Dat alles had te maken met de herinrichting van de Hoofdstraat en de V.d. Valk Boumanweg in die periode.
Ter hoogte van de kruising Hoofdstraat - Hoogmadeseweg bevond zich ook een bruggetje. Vlak naast de oude voormalige boerderij op het hoekje. Dat is in dezelfde periode verwijderd. Ook daar bevond zich een sloot richting de Rijn. Ook die (stink)sloot die achter het Van Leeuwenpark liep is gedempt.
Tja, en dan een bruggetje waar ik zelf in mijn jeugd vaak overheen ben gelopen. En stilgestaan om in het water te turen. Dat nostalgische bruggetje, met witte, houten leuningen, bevond zich ter hoogte van de Willem de Zwijger school. Net over dat bruggetje is wat later een mooi wit huis gebouwd. Tot de aanleg van de snelweg A4, kon ik dat bruggetje van achter ons raam van de woonkamer aan de
Resedastraat zien. Dat bruggetje passeerde ik op weg naar de kleuterschool en weer terug. Rechts ervan bevond zich een volkstuintje. Links een stukje braakliggend grond, waar niet veel later het 'witte huis' gebouwd zou worden. Later ging ik ook over dat bruggetje als ik verderop aan de Hoofdstraat moest zijn voor mijn visgerei. Ik kon kiezen : naar een klein winkeltje van Poelgeest tegenover de kleuterschool of naar Marbus, wat verderop. Met die visattributen was ik dan samen met mijn broertje weer in de buurt van dat bruggetje te vinden. Maar dan langs de Rijn, waar in het Jaagpad nog een bruggetje was. Dat lag wat hoger. Daar mondde de sloot uit in de Rijn. Tot slot : er waren nog meer bruggetjes. Zoals in het stukje naast de Gereformeerde kerk richting de Doesbrug. Om de kerk lag in de jaren 50 deels ook een water met bruggetjes met smeedijzeren hekken, die toegang gaven tot o.a de kerk, de pastorie en de woning ernaast. Ook daar heb ik geschaatst en gevist. Al die bruggetjes en sloten zijn niet meer. Ze verdwenen ten tijde van de verbreding van de Hoofdstraat.