|
Oma en opa met twee kinderen (plm 1920) |
Zo noem ik het maar. Het scheelt veel letters. Voor de familiebijeenkomst heb ik op verzoek een stukje geschreven over mijn oma en opa Oudshoorn.
Op zich niet echt lastig, gezien datgene wat mij bekend is. Toch was er een tweetal vragen, dat ik niet 1-2-3 kon beantwoorden. Ik mocht als kind al een vrij goed geheugen hebben, maar bepaalde zaken heb ik toch gemist. Logisch, want als kind let je niet zo goed op karaktertrekken van volwassenen, in dit geval mijn grootouders.
Ik riep beelden op, die iets met het karakter te maken zouden kunnen hebben gehad. Mijn oma was altijd druk in de weer. Zowel thuis als op haar werk. Ze verdiende geld om het karig pensioen van opa aan te vullen. Dus ze had zeker gevoel voor verantwoordelijkheid. Ze was dan wel streng, maar toch ook rechtvaardig. Tenminste, het is mij niet bekend dat ze mij of een van mijn broertjes slecht heeft behandeld. Alleen had ze niet zoveel tijd voor ons. Ze genoot van de rugmassages (we moesten dan over haar rug lopen) in ruil voor leuke anekdotes en sprookjes.
Opa was een oud KNIL militair. En dat was te merken. Zijn wil was wet en hij commandeerde vaak. Ik zag hem een keer op de Haarlemmerstraat lopen. Zijn handen op zijn rug. Zo'n vijf of tien meter achter hem liep oma . Met twee tassen met boodschappen te zeulen. Dat beeld vergeet ik nooit meer. Dat was zo typisch. Opa was volgens mij een joviale man, die wel van een borrel hield. Of twee, of drie of een fles. Tot groot verdriet van oma. Opa was een levensgenieter, die zich nergens druk over maakte. In tegenstelling tot oma.
Opa maakte speelgoed voor ons. Met een figuurzaag. Als het mis ging, het zaagje brak, dan kregen wij, toekijkende kinderen, steevast de schuld. En hij meende dat. Hij stuurde ons vaak aan alsof we zijn soldaten waren : kort en krachtig. Opa was als de dood voor bloed. Bij zichzelf. Hij schreeuwde dan moord en brand en leek dood te gaan aan een schrammetje. Erg raar voor een ex militair die er prat op ging met één houw zijn sabel een hoofd van iemands romp te kunnen scheiden. Opa had namelijk o.a. bij Atjeh gevochten. Na zijn pensionering vervingen kippen de Atjehers. Die hakte hij de kop af, deed het kippenlijf in een emmer en bracht de kip op de fiets naar ons huis.Toen plukte ik nog veren. Later appels.