dinsdag 7 mei 2024

Met een vulpen

Ooit werd het gebruik van een balpen op school verboden. Die pen was slecht voor het handschrift, zo werd gezegd. Door het verbod, wilden veel kinderen juist kennismaken met die nieuwe pen. Strafwerk geschreven met zo'n pen werd als niet gemaakt beschouwd. Dat moest met een potlood of een kroontjespen gebeuren. Thuis hadden we zo'n inktpotje staan van Quink. Daarmee werd ook een vulpen gevuld.
Zelf heb ik in de jaren 60 ook een vulpen gekocht. Voor op school. Dat was een Parker. Ik kocht hem op de Breestraat in Leiden bij Vulpenkliniek Wolfslag. Ik vond het schrijven met zo'n pen erg fijn. Voor de Parker kocht ik niet alleen de vulpatronen (er waren lange en korte te koop), ik gebruikte ook een die ik zelf met inkt vullen moest. Dat was een patroon met een rubberen reservoir, waarin geknepen moest worden als de kop van de pen in de inkt gedoopt was.
Toen ik ging werken kocht ik een Waterman. Een mooie groene met goudkleurig metaal en een gouden (volgens de advertentie) pen. Die pen heb ik heel lang op mijn werk gebruikt. Ik zou hem nog ergens moeten hebben.
In de tijd dat ik op speciale formulieren coderingen schreef voor computerprogramma's en job / operation control, gebruikte ik ook vaak een vulpen. Afhankelijk van het soort papier ook wel een balpen. Met een vulpen vloeide de inkt op bepaald papier uit. Collega's vonden mij arrogant, want die codeerden met potlood. Zo konden zij fouten weggummen. Ik was blijkbaar zekerder van mijn zaak. 😁. 
Omdat de formulieren elk teken in een apart vakje geschreven moest worden, codeerde ik in blokletters. Die gewoonte had invloed op mijn gewone manier van schrijven. Ik schreef schuin aaneen met naar voren hellende letters. In de grafologie betekende dat ik een sociaal benaderbaar persoon was, werd mij eens gezegd tijdens een sollicitatiegesprek. Toen schreef men nog brieven met een pen. Vanwege het dagelijks coderen, begon ik ook met losse tekens en afwisselend met blokletters te schrijven. Dat doe ik nog steeds. Dus ook weer een stukje beroepsdeformatie van mijn kant.
De komst van tekstverwerkers begin jaren 80 leidde ertoe, dat ik minder met de vulpen aan het schrijven ging. Ik gebruikte hem meer in de privésfeer.