Vanmorgen keek ik al nippend aan mijn beker koffie, naar het bewoonde vogelkastje. Met stokje. Uit dat kastje klinkt geregeld luid gekrijs. Pa en moe Koolmees vliegen af en aan met eten in hun snavel. Larven, grote muggen, vliegen en meer van dat lekkers. Ze strijken met hun zeer verse etenswaar eerst op de nabij gelegen schutting neer. Kijken goed in het rond om te zien of de kust veilig is en vliegen dan pas naar de opening in het kastje.
Het interessante is, dat de ouders weliswaar een gezamenlijke opdracht hebben, maar dat ze elk op hun eigen manier die ten uitvoer brengen. Zonder geruzie. Dus zie ik niet, dat een van hen het meegebrachte eten bij de ander uit de bek trekt. Laat staan dat ik hoor roepen : "Dat lusten ze niet!" of "Dat is niet gezond!". Ook geen gekwetter van : "Waar bleef je nou?!"of "Je werkt niet door!" Nee, ze zijn beide hard aan het werk met één gemeenschappelijk doel : de jongen gezond en wel laten uitvliegen. Ieder op een eigen manier, dus. Een mannetje en een vrouwtje. Gisteren en vandaag ook weer, probeerden de ouders de jongen te overreden uit hun nest te komen. Met luid gekwetter en slaande vleugels zittend op de schutting. Maar ach, je weet hoe jongeren kunnen zijn. Die blijven liever in hun nest liggen en wachten tot ze bediend worden. Volgens ons zijn er al twee uitgevlogen. Nu de rest nog. En anders.... zoeken ze het maar zelf uit. Zo gaat het in de vogelwereld.