maandag 11 juni 2018

Lekker eten!

Ach ja, het zal een keer niet over eten gaan op mijn blog. Op Curaçao hebben we ook lekker gegeten. We hebben de voormalige overdekte markt bezocht. Ik herinner me nog toen ik ruim 50 jaar geleden voor het eerst op de markt kwam. Ik was samen met mijn ouders. Daar, in dat overdekte gebouw met betraliede grote ramen, zag ik voor het eerst verse vis en rauw vlees uitgestald. Compleet met vliegen. En een lucht dat daar hing! Die werd gemengd van die van allerlei groenten, fruit en kruiden. Een haast traumatische ervaring voor mij. Mijn moeder kende een heel andere beleving. Die genoot volop van een hernieuwde kennismaking van de pasar, zoals ze die in het voormalig Nederlands Indië gekend heeft. Ze zag ook weer bekende producten, zoals pepers, kleine bananen, zoete aardappels, het rauwe vlees, de verse vis enz. Helemaal Indisch dus.
In die overdekte hal, Plasa Bieu genaamd, bevindt zich nu een souvenirmarkt op de begane grond. Een etage hoger bevindt zich een restaurant met een grote open keuken, waar vrouwen druk bezig zijn met het maken van allerlei lokale, vooral Creoolse gerechten. Van allerlei gestoofde gerechten tot cactussoep toe. Wij werden hartelijk ontvangen door een mevrouw, die ons de menukaart liet zien. We kozen voor een rijstgerecht met kip. We konden daar direct aanschuiven aan een van de vele tafels, maar besloten de bestelling mee te nemen naar onze hotelkamer. Het was immers midden op de dag en enkel op Urk eten ze dan warm. We konden kiezen tussen witte of bruine rijst. Ik vergat domweg die aardige mevrouw te vragen waar die anders witte rijst zo bruin van geworden is. Het zou kunnen zijn, dat de bruine variant een soort nasi goreng was.
Als we louter alle gerechten zouden willen proeven, moeten we een vakantie van twee weken boeken en elke dag daar gaan eten of eten ophalen. De keuken kent een beperkte openingstijd van 11.00 tot 15.00 uur (meen ik).
Heel anders was de kroket die ik vlak voor ons vertrek aantrof op het vliegveld van Hato. Dat ronde ding oogde lekker, maar bleek na de eerste hap zo goed als hol van binnen. De vulling was geen ragout maar een soort puree. Nee, het waren geen aardappelkroketten. Flapdrol zou een passende naam geweest zijn. Maar ja, dan zou niemand hem kopen.
We zijn ook een keer naar de Chinees geweest. Die bevond zich vlakbij het hotel, maar was als zodanig niet herkenbaar. Het was een klein gebouw met een verweerd geveltje. Pas toen we binnen waren zagen we iets wat op een restaurant leek. Een eenvoudig, bijna sober aangeklede ruimte (ik kreeg het jaren 50 gevoel) met aan de muur een enorm flatscreen tv waar een voetbalwedstrijd bezig was en een aantal aquariums met wachtende (denk ik) vissen. Volgens mij betrof het een Hong Kong Chinees, want ze spraken enkel Engels. Goed Engels, dat wel. Een vriendelijke Chinese nam onze bestelling op. We bestelden een Nasi goreng speciaal. Wisten wij veel. Na een korte wachttijd bracht mevrouw een grote schaal met allerlei lekkers (kip, reepjes vlees, zoetzuur, garnalen en gekleurde kroepoekjes) en voor elk van ons een kom met nasi goreng. Even later kwam ze met nog zo'n grote schaal.
Halleluja! Zo'n hoeveelheid zouden we in drie dagen pas kunnen wegwerken. Maar goed, we begonnen te eten. De smaak was erg anders dan we gewend zijn. Er was iets wat nogal overheerste in alle gerechten, maar wat het was weet ik niet. Ik kon ook goed proeven, dat de wok blijkbaar gloeiend heet was. Een soort brandsmaak. Nam niet weg, dat we het beiden lekkere nasi vonden. De helft bleef over, maar ook op Curaçao is de doggie bag ingeburgerd. Er kwamen na de maaltijd twee bakken met meerdere vakjes, waarin de restanten gedaan werden. De dag erop hadden we daar ook weer een hele maaltijd aan. Maar dan op onze hotelkamer.