De RK kerk hier vlakbij luidt om de haverklap de klokken. Ik heb geen trouwpartijen gezien. Wel gisteren een rouwwagen en mannen gekleed in zwart met hoge hoeden in de hand op weg naar de kerk. Even later passeerde een zwarte rouwwagen. Afgezien hiervan luiden de klokken geregeld. Ik heb ook op de tijdstippen gelet, maar het heeft niets van doen met de tijd. Misschien heeft meneer pastoor een ander klokkenspel ontdekt, nu er zoveel ogen op hem gericht zijn.
In mijn jeugd was de zondag een echte rustdag. Toch kwam er water uit de kraan en waren gas en elektriciteit beschikbaar. En er reden bussen. Ook naar o.a. Katwijk aan Zee, waar alle sigaretten- en snoepautomaten op slot zaten. Ik moest mijn zondagse kleren aan. Dat hield ook in, dat ik niet buiten mocht spelen. Ik ging wel vaak naar mijn oma en opa. Maar eerst naar de zondagsschool en/of de kerk. De zondag was toen nog een echte rustdag. Ik was blij wanneer we bezoek kregen. Dan werden de teugels wat gevierd. Ik mocht dan naar buiten, zolang ik maar voor de deur bleef. De deur, waar een touwtje uit de brievenbus hing. Vanuit het raam van de bovenwoning kon ik twee kerken zien, een gereformeerde recht tegenover ons huis en een wat bombastische RK, die aan de overkant van de Rijn stond, in Zoeterwoude. Zoals bekend heb ik bezwaren tegen het RK geloof. Die heb ik al sinds mijn jeugd. Ze zijn vele malen groter dan die tegen andere westerse geloven. Het kan zijn dat ik op de lagere school te veel beïnvloed ben door de verhalen over de hervorming onder leiding van Luther en Calvijn. De roemruchte beeldenstorm, de vervolging van de Hugenoten, de Spaanse Inquisitie en de verovering van Zuid Amerika. Mijn RK buurjongen maakte ook niet zo’n positieve indruk op mij net als later andere RK mensen, die het niet zo nauw namen met het geloof (=liefde). Misschien heb ik vanwege die vroege beïnvloeding minder op de andere gelovigen gelet. Elk geloof heeft immers zijn minder leuke aanhangers. Met menig geloof is niets mis, maar wel met veel gelovigen. Zo heeft het even geduurd voordat ik begreep dat de kinderen van de openbare school in ons dorp (het witte schooltje) echt niet reddeloos verloren waren. Het zou zelfs kunnen zijn, dat hun ouders toen al in de gaten hadden wat voor een ellende uit het geloof voortgekomen is. Het geloof werd ook als ‘opium voor het volk’ genoemd. Wie aan het geloof verslaafd raakt, kan ook gekke dingen doen. Zelfs te vuur en te zwaard. Met een heel andere uitleg wat naastenliefde betreft.