Voor vanavond staan koolraapjes op het menu. Met aardappelpuree en een schnitzel. Joehoe! Mijn moeder noemde die gele staafjes soms 'dode vingers'. Haha! Ik ken iemand die dacht dat de inhoud van zo'n zakje met raapjes voorgebakken patat was. Dat krijg je als je nooit eerder raapjes hebt gegeten. O ja, er zullen best mensen zijn die geen raapjes lusten of ze nog nooit gegeten hebben. Logisch, want wat ouders niet lusten komt niet op tafel. Helaas, want zo gaan kindjes alsmaar minder gezond eten.
De raapjes doen me telkens weer denken aan een rijmpje dat ik op de lagere school in een leesboekje tegenkwam. Daar stond een tekening bij van een jongetje dat een nog hele koolraap aan het eten was. De laatste regels ken ik nog wel : .....schil ze met je tand, eet ze met je mond, zoete raapjes zijn gezond! Leuk hè?
Voor de koolraapjes van vanavond maak ik natuurlijk ook een kaassausje. Verder doe ik niets bijzonders hoor. Ik kook ze totdat ze beetgaar zijn. Een klontje boter, wat (van die eeuwige) nootmuskaat en (later) de kaassaus erover. Klaar. Op die manier smaken ze mij het best.