Toen Fenna en ik na weer een lange wandeling vlakbij huis waren, rolde ik nog even voor een oudere buurtbewoonster een geleegde papier-kliko terug op zijn plaats. Net toen ik het hekje weer sloot, hoorde ik iemand mijn naam roepen. Iemand vroeg om mijn assistentie. Niet voor haarzelf, maar voor haar buitenlandse buren. Ze zaten zonder elektriciteit en de hulpvaardige buurvrouw kon geen wijs worden uit de installatie in de meterkast. Ik gaf mevrouw de riem waar Fenna aan vastzat en ging naar binnen.
De heer des huizes ontving mij met een hulpeloze glimlach. Ik volgde hem naar de meterkast, waar ik een vreemde toestand aantrof. De meters waren bijna helemaal achter een houten wandje weggewerkt. Ik zag door een gleuf alleen een rijtje witte en groene schakelaars met bijbehorende stoppen. De stoppen waren nog in orde. Maar de aardlekschakelaar was nergens te zien. De meters zelf evenmin.
Ik vroeg meneer de houten ombouw te verwijderen. Zijn Nederlands is zo goed als nul en zijn Engels kwam niet verder dan niveau één : okay, yes en no. Dat schoot niet op. Dus kwam zijn zoontje erbij als tolk. Na flink trekken en rukken werd de frontplaat verwijderd. En zie : een aardlekschakelaar! Die was inderdaad uitgeslagen.
Ik draaide met met de nodige uitleg aan zijn zoontje de schakelaar weer in de goede stand. En zie er was weer netspanning. Ik legde zijn zoon uit hoe zijn vader kon achterhalen welk apparaat de kortsluiting veroorzaakte : alles uit de wandcontactdozen en vervolgens een voor een aansluiten en inschakelen.
Ik adviseerde hem ook de houten ombouw helemaal te verwijderen. Toen ik de woning verliet was iedereen blij. Fenna ook, want die had al die tijd bij de buurvrouw moeten wachten.