"...Ja-maar-types klagen, zeuren, nemen zelf geen verantwoordelijkheid, zijn negatief ingesteld, hebben geen eigen ideeën, zijn lui of vastgeroest, vragen om aandacht en roepen irritaties op...." Dit is een citaat uit een blad voor managers, bedoeld om een discussie opgang te brengen. Kortweg gezegd betekent 'ja maar' voor mij gewoon 'neen!' maar dan flink wollig ingepakt gebracht. Ik heb al heel vaak zo'n ja-maar reactie moeten afkappen met de opmerking : "Doe dit keer gewoon wat ik je zeg." Want soms werd zelfs ik er wat moe van. Ik heb zelfs een keer gezegd : "Je krijgt advies, maar als je met ja-maar interrumpeert of aan het eind reageert hoef je hier niet meer terug te komen. Maar goed, dat was toen wel de kampioen in ja-maars waarmee ik sprak. Met ja-maar mensen boek je weinig vooruitgang. Die staan met de hakken in het zand.
Laatst zei ik het nog tegen een kind. Het moest gewoon even wat opruimen. Het dacht met mij in discussie te moeten gaan en begon met "Ja, maar..". Het begin meestal bij kinderen, dat ge ja-maar. Dat komt omdat veel ouders vinden dat je een kind alles moet uitleggen, net zo lang totdat het doet wat je wilt. Of niet. Onzin, want als het licht op rood staat, moet het gewoon stoppen. Klaar. Net zo goed als er verkeer aankomt, mag het niet oversteken. Klaar. Ergo, een kind moet ook gewoon kunnen luisteren en dat 'maar' van 'ja-maar' vervangen door 'pappa', 'mamma', 'oma', 'opa', 'meneer', 'juffrouw' enzovoort. Als het later groot is, scheelt het veel in het aangaan van relaties. Als ouders zijnde moet je niet alleen begeleiden, maar ook leiden.