In eerste instantie ontbrak het huisje in Beekbergen aan nutsvoorzieningen. Water werd uit de grond gepompt, er stonden een paar grote accu's onder de zitbank en er werd gekookt op flessengas.
Om etenswaar koel te houden, was een put in de grond gegraven. De wanden ervan waren bekleed met stoeptegels. De ondergrondse koelkast was afgedekt met twee betonnen opsluitbandjes. De accu's werden tussentijds opgeladen. Dat gebeurde bij de eigenaren thuis in de garage. De verlichting bestond uit een paar 12 volt gloeilampen en een fraaie olielamp met gloeikous, die boven de tafel hing. De verwarming werd door een ouderwetse kachel geregeld. Die Duitse kachel had een knop waarmee je de soort brandstof kon instellen. Je kon naast steenkool en briketten ook hout stoken.
Om toch ook wat grijs water te hebben was een grote regenton geplaatst. Daarin werd het hemelwater van het dak opgevangen. Slechts aan een kant was een dakgoot gemonteerd. Dat regenwater werd gebruikt om het toilet door te spoelen, dat loosde in een 'septic tank'. Ik herinner me nog dat tijdens het plaatsen van het huisje eind jaren 50, een groot gat gegraven werd. Daarin werd een flinke betonnen ring geplaatst, met ernaast een wat lagere als overloop. Beide werden afgesloten met betonnen deksels. Ik kan me niet heugen dat die 'tanks' ooit leeggezogen werden. Ze regelden blijkbaar zelf de verdere afvoer op natuurlijke wijze. Het doorspoelen van het toilet gebeurde met regenwater. De regenton stond naast het wc-hok (wc-deur met open gezaagd hartje).
Drinkwater werd in jerrycans bij de buurvouw gehaald. Ze had bij haar huis een buitenkraan, waar we gebruik van mochten maken. Als we wilden douchen gingen we naar de camping vlakbij. Meestal haalde ik na aankomst direct een handje douchemunten in de kantine. Gratis.
Ooit, in de jaren 50, was het daar in dat huisje (foto onder) een wat veredelde vorm van kamperen. Na onze entree hebben we het achterstallig onderhoud gedaan. Later kwamen er toch (tegen betaling) aansluitingen voor elektriciteit en water. Beide dankzij de aardige buurvrouw. Maar dat nam niet weg, dat we met die luxe voorzieningen zeer zuinig omsprongen. Dus geen auto wassen met drinkwater, geen zware elektrische apparatuur enz. Bij elke aankomst en vertrek werden de meterstanden vastgelegd. Op jaarbasis bedroegen de verbruikskosten voor water en elektriciteit nog geen 15 gulden. Omdat de buurvrouw betaling niet nodig vond ('die paar gulden'), kreeg ze jaarlijks een groot kerstpakket met bedankkaartje. In de loop der jaren is het huisje verder opgeknapt (zeg maar gerenoveerd, want ook het dak is vernieuwd en er werd een schuurtje toegevoegd) en van een terras met overkapping voorzien. Maar het verblijf daar moest nog wel iets van kamperen in zich hebben.