Toen Fenna mij vanmorgen ging uitlaten, zagen we iemand voor een raam van een woning staan koekeloeren. Ik ken de bewoner van dat huis. Ik groette de glurende vrouw en zei dat de bewoner waarschijnlijk de sleutel van de voordeur zoekt. Hij is nogal vergeetachtig. Mevrouw beaamde dat, want ze komt er vaker. De deur was al van de grendels, maar nog op slot. Dus ik even naar huis en weer terug maakte ik de voordeur voor haar open. Op dat moment stond de bewoner ook voor de deur. Ik groette : "Goede morgen, ik heb de deur maar even voor je opengemaakt." Hij was blij en zijn bezoek, een wijkverpleegkundige ook. "Toch maar fijn dat u zo'n iemand in de buurt hebt wonen, hè?", zei de vrouw vrolijk. De meneer beaamde dat. Fenna en ik konden alsnog op pad.
Op de terugweg van onze wandeling zag ik een meisje op het fietspad naast haar fiets lopen. Van ver kon ik zien dat de ketting als een slap touw onder haar fiets hing. Toen we elkaar bijna passeerden, vroeg ik of ik haar soms mocht helpen. Dat vond het meisje van een jaar of 11 - 12 goed. "Ben je bang voor honden?", vroeg ik haar. Toen ze met een neen antwoordde gaf ik haar de riem met Fenna. Ik zei : "Ze heet Fenna en als ze vervelend doet, dan zeg je maar "hier!" of "zit!". Ik begon met mijn diagnose.
De ketting lag eraf aan de binnenkant van het grote tandwiel. Achter bevond zich een derailleur. De ketting was zo droog als wat, net als de tandwielen. Dus dat scheelde mij wel extra vette handen. Maar de schakels bewogen niet zo soepel. Vanwege de aanwezigheid van een derailleur kon ik de ketting gemakkelijk weer op het grote tandwiel krijgen. Ik zag toen ook, dat de ketting in die stand van de versnelling niet recht op het grote tandwiel liep. Ik begreep van het meisje dat ze uit Biddinghuizen kwam. Dat is zo'n 12 km van hier. Ze had geen mobieltje bij zich. Intussen had ik de fiets in een andere versnelling gezet, zodat de ketting 'recht' stond. Toen ik de fiets weer inruilde voor Fenna, adviseerde ik haar niet te schakelen en dat de ketting en tandwielen gesmeerd moesten worden. Ze bedankt me en fietste verder, op weg naar school.
Ik vind het zo triest dat zo'n kind weliswaar op een mooie fiets rijdt, maar dat geen van de ouders zo'n belangrijk vervoermiddel even nakijkt en onderhoudt of dat laat doen. Ze rijdt dagelijks minstens 25 km, waarvan het meest door vlak polderlandschap. Helaas ben ik vaker met dit soort situaties in aanraking geweest.