|
Honda 550 Super Sport |
Op de Honda 550 reed ik een keer in de jaren 80 naar de dealer in IJsselstein. Altijd een leuke rit binnendoor van Schoonhoven via Lopik en Benschop naar IJsselstein. Zo leuk zelfs, dat ik besloot die motorfiets te verkopen. Ik reed namelijk structureel veel te snel op dat traject. Vooral de bocht bij Benschop daagde mij uit tot snel en 'plat' gaan.
In IJsselstein werd mij een keer gevraagd hoeveel km de ketting al op de fiets lag. Dat was toen bijna 26.000 km. Ook toen hield ik servicegegevens van mijn motorfietsen bij op een apart ingeplakt vel in het werkplaatshandboek. Meneer Molenaar vond het prachtig. Hij concludeerde dat ik in technisch opzicht verantwoord omging met de motor in het algemeen en de ketting in het bijzonder. Hij had klanten die nog geen 10.000 km met een nieuwe ketting deden. Voor mij was het een kwestie van niet te wild optrekken, op tijd spannen en uitkoken (later met de o-ring versie smeren).
|
Honda CB650 SC |
De wijsheid van deze motorrijder kwam met de kilometers. Op de terugweg legde ik een verband tussen de ketting en mijn leven. Ik probeer in velerlei opzicht rustig aan te doen en goed voor mezelf te zorgen. Ik had immers ook een gezin. In die 'levensketting', concludeerde ik, ben ik zelf de zwakste schakel, vanwege mijn rijstijl. Ik verkocht de 550 en kocht een 650 SC, een motorfiets die niet zo uitdaagde om het gashendel zover open te draaien. Ik zat meer rechtop en ging meer genieten van de omgeving.