Als kind was ik al dol op vogels. Ik schijn er noalg wat werk van gemaakt te hebben, om ze te vangen. Mijn moeder gaf me de tip, dat als ik wat zout op hun staart zou leggen, ik ze zo kon pakken. Dus heb ik uren met een handje zout buiten over de grond gekropen. Haha!
Van een vriendje leerde ik meer over de gevederde beestjes. Hoe ze heten, hoe hun nesten en eieren eruitzagen, welk geluid ze maakten enz. Mijn vriendje verzamelde eieren. Hij blies ze uit en deed het lege ei in een grote doos met watten. Met een kopspeld plaatste hij de beschrijving erbij. Als we eieren gingen zoeken, kregen we de instructie mee dat we geen ei mochten weghalen uit een nest als er minder dan drie in lagen.
We hebben een tijdje een buitenvoliere gehad. Die had ik zelf gebouwd met behulp van koperen leidingen en gaas. Die grote kooi hing onder een afdakje tegen de schuur. Een gat in de muur gaf toegang tot het nachtverblijf in de schuur, dat 's winters met een gloeilamp warm gehouden werd. Ik maakte ook nestkasten. In het bos in Beekbergen heb ik ze opgehangen. Daar zag ik trouwens welke plekjes de vogels zelf uitzochten om een nest te bouwen.
We hebben ook een aantal jaren zwaluwen in onze garage gehad. Dat was ook heel bijzonder om die anders zo schuwe hoogvliegers van zo dichtbij bezig te zien. Ik vond het elk voorjaar een emotioneel moment, wanneer ik 's morgens bij het betreden van de tuin opeens een zwaluw hoorde twitteren. Dat beestje zat telkens op de dakgoot zijn/haar reisverhaal te vertellen. Denk ik.
Vogels zijn leuke beesten. De poep heb ik altijd maar voor lief genomen. Ik heb liever dat een vogel op mijn kop schijt, dan een mens. Oké, er zijn onder de mensen ook rare vogels.