Toen ik vanmorgen de overheaddeur van de loods opende, zag ik een van de twee poezen naar binnen glippen. Dat doet dat nieuwsgierige beest wel vaker. Ik schenk geen aandacht aan die dakhaas, al komt ie soms wel even naar mij toe voor een begroeting. Dan wrijft ie met zijn kopje tegen mijn benen. Als ik zin heb haal ik haar even aan. Ik bedoel, ik moet wel bukken voor dat beest. Ik heb liever dat die poes omhoog komt. Zodra ze in de loods is lijkt ze in rook te zijn opgegaan. In het begin probeerde ik haar op te sporen. Maar de loods is erg groot, staat vol dozen en dergelijke en er is een zoldertje. Dus laat ik haar maar voor wat het is.
Gedurende de ochtend ben ik in en uit geweest en zowel naar de schroothandelaar als naar de vuilstort gereden. Toen ik voor de laatste keer voor vandaag de overheaddeur opende, hoorde ik boven mij een luidruchtig miauwen. Toen ik omhoog keek, zag ik de poes in de stelling zitten. Ze maakte aanstalten om naar beneden te springen. Ze wilde duidelijk naar buiten en meende dat ik haar zou helpen. Doei! Ik dacht : "Als ze het echt dringend wil, springt ze wel." En ja hoor, dat deed ze ook. Ze kwam netjes op vier pootjes terecht en liep toch weer naar mij toe voor een begroeting. Dit keer tilde ik haar even op. Ze wreef een paar keer met haar kopje tegen mijn gezicht. Maar toen was het voor haar genoeg geweest. Ik zette haar op de grond en ze liep parmantig de loods uit. Toen ik na het opruimen en afsluiten zag ik haar bij de overburen in de tuin zitten. Ze zat daar in een houding en met een zekere blik alsof dat haar thuis was. Gek beest!