zondag 29 augustus 2021

Te jong om te sterven

Tegen het einde van mijn dienstplichtige periode in 1970, dreigde ik met de compagnie naar Libanon gestuurd te worden. Er gingen geruchten rond op de kazerne over verlenging van de dienstplicht. Dus het was nogal spannend en onrustig bij het 44e Painfbat in Zuidlaren.
Gelukkig ging die missie aan ons voorbij. Ja, ik schrijf  'gelukkig'. De dienstplicht leerde mij, dat ik en vele makkers met mij veel te jong waren om een oorlogssituatie aan te gaan. In feite werd gebruik gemaakt van ons gebrek aan levenservaring en de nog onbezonnen houding. We namen nogal wat risico's, waarvan ik later dacht : "Ik was vast gek."
Er waren meer soldaten die zo hun bedenkingen hadden. O.a. tegen de militaire werkwijze, waarop soms aangevallen of verdedigd of beschermd moest worden. Die leek soms echt nergens naar. Zoals een mitrailleursnest op een kale heuvel aanvallen; als schietschijven dienen. Of in een verdedigingslinie in je groene outfit in de witte sneeuw liggen op een helling van een heuvel. Na een aanval met gas hoefde je enkel met wat poeder te strooien. En dan waren er nog de procedures. Zwaar beschoten worden en dan liggen wachten op Den Haag op een antwoord of je terug mag schieten; 'nog even geduld aub, er zijn nog vijf wachtende voor u.'
Of dat ik slechts 4 schoten mag afvuren vanwege de bezuinigingen.
We deden het allemaal wel, maar het was niet bepaald veilig en verre van professioneel. En dan was er ook nog het verouderde materieel. De diensttijd leerde ons ook, dat je beter niets kan overkomen. In een aantal gevallen, werden voorvallen onder de mat geveegd en moesten wij zwijgen. Ik voelde me nog veel te jong om voor dat alles te sterven.