In een aantal gevallen heb ik met bepaalde familieleden een sterkere band dan met de overige leden. Afgezien van de band met mijn moeder, had ik die ook met een zus en een broer van haar. Als ik bij hen in de buurt was, voelde dat heel erg vertrouwd. Mijn tante woonde destijds in Amsterdam en mijn oom in Haren (Groningen). Dus zo vaak zag ik hen niet. Vanwege die band aan moederskant, heb ik soms gezegd me een Sebo te voelen. Misschien is het daarom, dat ik anders met mijn vader omging. Vanwege de genen die ik van mijn moeder heb meegekregen. Ik gis maar wat hoor. Zeker weten doe ik het natuurlijk niet.
Ik kan me nog de eerste keer herinneren, toen iemand tegen mij zei : "Je lijkt je vader wel." Het ging toen over mijn sarcasme en terughoudendheid. Mijn hart maakte toen een sprongetje. Ja, ik was blij met die opmerking die eigenlijk als een verwijt bedoeld was. Haha! Die reactie heeft denk ik te maken met mijn onderbewustzijn. Ik heb vooral in mijn tienerjaren maar al te vaak gedacht : "Had ik maar een vader." Je weet wel, vanwege zijn "zoek dat maar zelf uit" en afstandelijke houding. Ik kreeg met die opmerking toen een bevestiging; ik heb een vader.