Op weg naar huis, dacht ik nog wat na over de verhalen die ik gehoord heb van mijn voormalig collega en mijn eigen ervaringen gedurende mijn loopbaan. Er waren veel overeenkomsten voor wat betreft het werken met mensen.
|
na de hazenjacht |
Wie veranderingen wil doorvoeren, krijgt te maken met weerstand. Die kan bestaan uit kritische vragen, maar ook uit pesterijen en zelfs dreigementen. Zo zou ik vanwege een rapport met mijn bevindingen na een groot onderzoek, na werktijd op de parkeerplaats opgewacht worden. Sommige dwarsliggers waren zo erg bezig, dat ik een paar keer gevraagd heb of ze thuis al plannen maakten hoe ze de volgende werkdag weer in de aanval zouden gaan. Omdat ik me weinig aantrok van het gedoe en het feit dat ik altijd rustig bleef, hield het meestal op. Er was geen eer te behalen. Al waren er ook dwarsliggers, die vanwege mijn houding alleen maar nog vervelender werden. Als leidinggevende moet je van alle markten thuis zijn. Niet alleen op je vakgebied, maar ook als psychiater, sociaal werker, piespaal, politieagent, clown, slalom specialist, militair enz. Goed kunnen omgaan met honden is dan een pre, zei ik soms als ze mij vroegen hoe ik het telkens weer voor elkaar kreeg.
Privé wordt er af en toe ook op me gejaagd. Ook daar trek ik me niets van aan. Het is veel belangrijker dicht bij mezelf te blijven en mezelf en anderen recht in de ogen te kunnen blijven kijken. Er zijn veel leukere dingen om me mee bezig te houden, dan het gedrag van anderen.
Ook bij burenruzies zie ik mensen zich zich bijna stukbijten op anderen. Dat alles terwijl het leven zo kort is.