Als je vandaag de dag door de polder gaat, dan kun  je nauwelijks geloven dat in het begin het landschap één groot moeras was.  De kanalen waren er al wel, want die zijn gegraven met baggermolens toen de  polder nog vol water stond. De sloten konden pas later worden aangelegd toen  de bodem voldoende droog was. Omdat te bereiken werd de polder eerst volgezaaid  met riet. Riet heeft de eigenschap om heel snel water op te nemen en vlug te  laten verdampen. Omdat zaaimachines vanwege de slappe bodem niet konden worden  ingezet, werd het rietzaad met een helikopter verspreid. Dagen achtereen  vloog de helikopter -van het type Kolibrie- van af het werkeiland over de polder  om het zaad uit te strooien. De Kolibrie is een Nederlandse uitvinding, waarvan  de hefschroef met straalmotoren -die aan de punten van de wieken zaten- werd  aangedreven. Dat maakte dat deze machine een zeer apart geluid veroorzaakte. Op  de foto -door mijn vader gemaakt- is duidelijk de grote vierkante kist te  zien waarin het zaad zit. Als er niet werd gevlogen werd de helikopter in de  werkplaats van het Wortman-gemaal gestald.
(foto en tekst : Luijt Postma) 
